SignalPilot.
De SignalPilot is een accessoiredecoder met meerdere protocollen, bedoeld voor het schakelen van signalen. Dankzij de intelligente software kan hij zowel met DCC als met Motorola® worden gebruikt. De flexibele programmering maakt deze decoder tot een allrounder onder onze accessoiredecoders. De SignalPilot heeft 16 uitgangen waarop de individuele microlampen of LED's van lichtsignalen direct kunnen worden aangesloten. Omdat de uitgangen als push/pull-eindtrappen zijn uitgevoerd, zijn zowel conventionele lichtsignalen met een gemeenschappelijke anode als lichtsignalen of lichtstrips met een gemeenschappelijke massa-aansluiting (gemeenschappelijke kathode), zoals bij Viessmann®-signalen kan voorkomen, geschikt. Gemotoriseerde seinen en wisselaandrijvingen kunnen echter ook direct met de SignalPilot worden bediend.
Bedrijfsmodi
De SignalPilot kan onder DCC worden gebruikt met RailComPlus® en Motorola®. Aan elke uitgang kan door de software een willekeurig adres of een combinatie van adressen worden toegewezen.
Functionaliteit
De SignalPilot kan rechtstreeks vanuit de digitale centrale worden gevoed of afzonderlijk via een DC- of AC-spanningstransformator. Op de 16 uitgangen kunt u de LED's van twee-, drie- of vierpuntslichtsignalen rechtstreeks aansluiten. Je kunt elke uitgang afzonderlijk bedienen als continu licht, knipperlicht of pulserend licht. De helderheid of knipperfrequentie kunnen worden ingesteld, evenals de fade-in- en fade-outtijden. Verschillende voorbeeldgetrouwe lichteffecten zoals zacht dimmen, neonbuiseffect, defecte neonbuizen, gaslantaarnsimulatie of flikkerend licht zorgen voor een realistisch resultaat. Ook kan willekeurig in- of uitschakelen of een in- en uitschakelvertraging worden geactiveerd. Indien gewenst kan een nachtservice de uitgangen samen donkerder schakelen.
Tijdens de configuratie worden de uitgangen van de SignalPilot gecombineerd tot signaalaspecten. In principe zijn hier signalen met twee, drie, vier of meer aspecten denkbaar. Afhankelijk van het aantal betrokken uitgangen worden aan elk sein één of meerdere wisselnummers (wisseladressen) toegewezen, met behulp waarvan u later de afzonderlijke seinbeelden kunt schakelen. Hiervoor zijn maximaal 16 wisselnummers beschikbaar.
De signaalaspecten worden uitsluitend geconfigureerd met behulp van de ESU LokProgrammer-software. U selecteert de gewenste signaalaspecten, draagt ​​deze vervolgens over naar de decoder en bedraadt tenslotte de signalen zoals geconfigureerd.
Alle signaalbeelden die vooraf zijn gedefinieerd in de LokProgrammer-software kunnen individueel worden gewijzigd. De beschrijving van de signaalbeelden zelf gebeurt met behulp van XML-bestanden, die enerzijds regelmatig door ESU worden uitgebreid of die u geheel naar eigen inzicht kunt aanmaken en uitbreiden. Op deze manier kunnen ook "exotische" signalen worden ondersteund. De SignalPilot is geschikt voor meerdere protocollen en kan worden gebruikt met centrales op basis van het Märklin® Motorola®-systeem (bijv. 6021, Central Station® of Mobile Station®) en met DCC-compatibele centrales. De configuratie kan zowel op het hoofdspoor als op het programmeerspoor plaatsvinden. Dankzij RailCom® kunnen ook CV's worden uitgelezen.
Optioneel kan een SwitchPilot Extension-relaismodule op de SignalPilot worden aangesloten. Met behulp hiervan kunnen bijvoorbeeld remsecties worden geactiveerd of kunnen kikkers worden gepolariseerd.
LokProgrammer
Met de ESU LokProgrammer kunt u de SignalPilot eenvoudig direct op het scherm configureren: Selecteer eenvoudig het gewenste signaaltype en laat de verbinding direct op het scherm weergeven.
Toekomst ingebouwd
De SignalPilot-besturingssoftware kan op elk moment worden bijgewerkt met behulp van de LokProgrammer. Dit kan nodig zijn als we meer signaaltypen inbouwen.
