märklín Spoor 1
DB containerwagen.
Wagon type:Sgjs 716
Wagon nummer: 31 80 443 7 609-9
Schaal: 1:32 (Spoor 1)
Voorbeeld:
Sgjs 716 van de Deutsche Bundesbahn (DB) zoals in gebruik in tijdperk IV, beladen met 3 20 voet-containers van "DB-TFB” (TFG Transfracht).
Highlights
- Container afneembaar.
- Verschillende containernummers.
Model:
Vierassige platte wagen met draaibare rongen aan de lange zijden. Beladen met drie 20 ft. containers. Alle containers afneembaar. Deuren aan één kopzijde van de container kunnen voorbeeldgetrouw open. Onderstelframe grotendeels van metaal. Verstelbare laadbruggen. Schijfwielen. Kleinst berijdbare boogradius 1020 mm.
Lengte over de buffers 65,5 cm.
Sneller op de rail:
De container begon pas onlangs aan zijn succesverhaal: in 1966 werd in Europa eerste containerlading gelost in Bremerhaven. Sindsdien laat deze vorm van transport steeds hogere groeicijfers zien. De wereldwijde containeromslag bedroeg in 1969 zo'n 700.000 TEU (TEU = Twenty-Foot Equivalent Unit = een ladingseenheid met een lengte van 20 voet en een breedte van 8 voet, bepaalt het aantal genormaliseerde containers dat kan worden geladen), maar in 1982 was dat al 17 miljoen TEU, aan het eind van het millennium 236 miljoen TEU en in 2017 zo'n 720 miljoen TEU. Wereldwijd heeft het containerverkeer binnen de zeevracht een aandeel van circa 75 procent bereikt - en is de tendens verder stijgend. Voor een zo universeel mogelijke inzet op allerlei transportmiddelen - zee- en binnenschepen, spoor en vrachtwagen - in zo veel mogelijk landen moesten echter uniforme maten worden gevonden. Zo ontstond na lange onderhandelingen in 1968 de eerste ISO-container als 20 voet-standaardcontainer met een lengte van 20 voet (6,1 m). Andere genormaliseerde maten met de standaardlengten 40 voet (12,2 m), 45 voet (13,7 m), 48 voet (14,6 m) en 53 voet (16,2 m) volgden.